Een omvangrijk lagedrukgebied komt donderdag ten zuiden van IJsland te liggen, met een kerndruk die zelfs lager dan 950 hPa uitkomt. Op de Atlantische Oceaan komen dat soort drukstanden wel eens vaker voor, maar niet regelmatig. 

De storingen die bij deze diepe depressie horen, trekken eerst over de Britse Eilanden en daarna is Nederland aan de beurt. Ze vormen de scheiding tussen zachte lucht en de tamelijk koude lucht waar we nu nog mee te maken hebben.

De neerslag die er gaat vallen in de nacht naar donderdag, heeft in eerste instantie dus een winters karakter. Het gaat om natte sneeuw of sneeuw in het binnenland, bij temperaturen iets boven nul. Er kan een sneeuwdekje ontstaan van 1 tot 3 cm. In de kustprovincies blijft het waarschijnlijk bij regen, bij temperaturen van 2 of 3 graden boven nul.

Donderdagochtend gaat de neerslag ook landinwaarts in regen over, terwijl die oostwaarts verder trekt en geleidelijk ons land verlaat. De zon komt er dan ook bij.

Er stroomt tegelijkertijd zachte lucht binnen, waardoor het kwik in de middag uiteindelijk 6 tot 9 graden haalt. Het lokale sneeuwdekje van de nacht verdwijnt dan letterlijk als sneeuw voor de zon.

De wind waait in de nachtelijke uren matig en aan zee krachtig of zelfs hard uit zuidelijke richting, kracht 4 tot 7 maar draait overdag naar het zuidwesten tot westen en neemt dan af naar matig, aan zee vrij krachtig, 3 tot 5 Bft.

Vrijdag en in het weekend zijn er vaak opklaringen met veel ruimte voor zon. Het blijft daarbij overwegend droog en bij niet al te veel wind uit het zuidwesten tot westen, wordt vrij milde maar wel wat drogere lucht aangevoerd.

Het resultaat is dus een vriendelijk weerbeeld, met een groot verschil in temperatuur tussen de nacht en overdag. Het kan namelijk een paar graden vriezen, terwijl het kwik in de middag rond 8 graden uitkomt. Uit de wind en in de zon kan het dan zelfs wat lenteachtig aandoen.